Bijna alle bewoonde buitens hadden vroeger een eigen moestuin. De groenten en kruiden uit de tuin waren bestemd voor de keuken, de bloemen decoreerden het huis. Met de teloorgang van het traditionele buitenleven gingen ook de meeste moestuinen verloren en herinnerden alleen de restanten van tuinmuren en kweekbakken nog aan vervlogen tijden. Dat is de afgelopen jaren sterk veranderd. Toenemende aandacht voor duurzaamheid, biodiversiteit en kleinschalige, lokale teelt van groenten wakkert de belangstelling voor het herstel van historische moestuinen aan.
In het hele land zetten eigenaren, tuinders en vrijwilligers zich in om historische moestuinen nieuw leven in te blazen. Daarnaast wordt in meerdere provincies geprobeerd de omvang van het fenomeen in kaart te brengen. Een inventarisatie in Zuid-Holland voor de erfgoedlijn Landgoederenzone leverde voor dit gebied tachtig locaties op. Dertien van deze plekken hebben nog altijd een functionerende moestuin. Op dertig andere locaties zijn nog herkenbare (nuts)elementen aanwezig, op de overige is de moestuin verdwenen (of heeft zij zelfs nooit bestaan). In opdracht van de provincie loopt in Utrecht momenteel eveneens een inventarisatie. Het onderzoek omvat daar ook aanbevelingen voor de exploitatie van historische moestuinen. De eerste bevindingen wijzen op 85 bestaande en verdwenen moestuinen. Naar verwachting wordt het onderzoek nog deze zomer opgeleverd.
De nog bestaande historische moestuinen hebben ieder een eigen karakter en variëren in opzet en vormgeving. De moestuinen van het zeventiende-eeuwse Zuylestein in Leersum, het negentiende-eeuwse Dordwijk in Dordrecht en het hedendaagse Grootstal in Malden brengen deze verscheidenheid goed in beeld. Daarnaast laten ze de ontwikkeling van moestuinen in de loop der eeuwen zien. Wat deze drie moestuinen verbindt, zijn de historische locatie en de grote inzet van de eigenaren en de mensen om hen heen.