Boeken

De mensen op Dekema State

Sjoerd Cuperus stortte zich in 2010 met hart en ziel op de geschiedenis van Dekema State in Jelsum. Toen hij vijf jaar later onverwachts overleed, pakte Yme Kuiper het onderzoek en de schrijverij op waar Cuperus was gestopt. Het resultaat: een rijke Friese buitenplaatsgeschiedenis.
In de vroege vijftiende eeuw was de voorloper van de huidige state een verdedigbare stins van de adellijke familie Camstra. In de zeventiende eeuw kwam het inmiddels vervallen huis in handen van Pieter van Dekema en zijn familie, waarna het via de vrouwelijke lijn vererfde op de families Unia en Doys. Huwelijk en vererving brachten de Dekema State ten slotte in handen van de – zoals de auteurs het noemen – deftige burgerij: de families Houth en Van Wageningen.
Dekema State Jelsum is meer dan alleen het verhaal van de adel op de Friese state. In ruim zevenhonderd pagina’s ontvouwen de auteurs overzichtelijk, leesbaar en chronologisch ‘de verhalen van en over de mensen op Dekema State’. Ze konden daarbij steunen op een enorm scala aan bronnen, van ontwerptekeningen tot correspondentie en van familieportretten tot herinneringen van een pachtersdochter. Ze brengen de verhalen van eigenaren die het huis en landgoed inrichtten, bewoonden en naar eigen gelieven gebruikten, maar ook de ervaringen van de pachters, het personeel en de dorpsgenoten. Daarbij passeren markante figuren de revue. De achttiende-eeuwse kasteelvrouwe Anna Catharina van Doys bijvoorbeeld, die na een conflict met haar tweede echtgenoot besloot een van de boerderijen op het landgoed te betrekken. Met hulp van haar huishoudsters en arbeiders uit het dorp slaagde ze erin de boerderij zelf te bestieren. Saillant detail: ze breidde haar aantal koeien in rap tempo uit van negen tot negentien.
Anna Catharina van Doys zag de buitenplaats onder haar hoede groeien en floreren. Voor andere eigenaren was de Dekema State vooral een ‘blok aan het been’. Vlak voor  het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog besloot Hein van Wageningen zijn vochtige en koude buiten in Jelsum te verruilen voor een leven op stand in Engeland. Hij vroeg het echtpaar Wiersma een oog in het zeil te houden. De heer Wiersma schakelde als ‘kleine’ rentmeester op zijn beurt andere oude vertrouwelingen van de eigenaar in om zaken als het onderhoud van de grafkelder, de organisatie van de jacht en de armenzorg in het dorp gaande te houden. Het is een illustratie van de ‘sociale microkosmos’ van de Dekema State, zoals Kuiper de verwevenheid van het landgoed en zijn omgeving bestempelt.
De bijzondere verhalen houden niet op bij de bewoners. Detectiveschrijver Hans van der Kallen (alias Havank) bezocht Dekema State regelmatig als gast van de broers Gerard en Jan van Wageningen. Hoewel Havank een goede vriendschap onderhield met de broers, is hij vandaag de dag in Jelsum vooral bekend vanwege zijn opmerkelijke relatie met een achttiendeeeuws schilderij op het huis: het portret van Anna Maria van Burmania. Yme Kuiper spreekt zelfs van een ‘mystieke liefdesband’. Dat was het zeker: een foto van het portret zou meegaan in de doodskist van Van der Kallen. Dekema State Jelsum laat zien hoe landgoed, huis, familie en regio met elkaar verbonden waren, hoe pachtboeren de landerijen bestierden, hoe familieportretten deel uitmaakten van het leven op de buitenplaats. Dit maakt het boek met recht een ‘biografie’ van het landgoed en een waar ‘ensemble van verhalen’ dat eer doet aan de unieke waarde van buitenplaatsen.

Simone Nieuwenbroek