Boeken

Fabrikanten voor natuurbehoud

De opkomst van de industrie en de verdeling van de gemeenschappelijke ‘woeste gronden’ veranderen in de negentiende eeuw ook in Overijssel het landschap. Heide en moerassen worden ontgonnen voor de landbouw. Tegelijkertijd kopen Twentse fabrikanten uitgestrekte terreinen rond hun buitenhuizen en creëren hier een nieuw landschap met bossen, vijvers en vergezichten. Kort na 1900 beginnen zij en andere kapitaalkrachtigen initiatieven te ontplooien om wat nog rest van de natuur te behouden. De dreiging wordt urgent wanneer landgoederen ten prooi vallen aan vastgoedhandelaren. In 1932 leidt dat tot de oprichting van de Stichting Overijssels Landschap. Deze beknopte geschiedenis vormt de proloog van In het hart van het Overijsselse landschap. Een prachtig boek dat de perikel en rondom natuurbescherming in Overijssel op heldere wijze verwoordt. Auteurs Luc Jehee en Mark van Veen beschrijven in chronologische geordende delen met welke problematiek de provinciale natuurbeschermingsorganisatie onder meer in de beginperiode te maken heeft gekregen, zoals de vraag of soorten of juist gebieden moeten worden beschermd. Ook laten ze zien dat de jonge organisatie huiverig is om financiële verplichtingen aan te gaan.

Dat de Tweede Wereldoorlog voor een kantelpunt zorgt, wordt in het derde deel uiteengezet. In deze periode wordt de rol van textielfabrikant Gerrit Jan van Heek jr., de centrale figuur in dit boek, steeds groter. Niet alleen koopt Van Heek al voor de oorlog zelf gronden aan, in het begin van de jaren veertig overtuigt hij ook andere Overijsselse industriëlen om te investeren in natuurbehoud. De textielbaronnen gingen niet voor financiële winst. Ze stelden geld beschikbaar en rekenden direct af. Voor hen was de winst een mooier Overijssel. ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen’, zo stelt Jehee. ‘Gerrit Jan van Heek was een romanticus. Hij zag dat het landschap uit zijn jeugd in rap tempo werd ontgonnen voor wegen, woningbouw en landbouw. Het dreigde voorgoed verloren te gaan. Zijn vader kocht gronden aan voor de jacht of voor bosbouw, maar Gerrit Jan wilde het bewaren voor de generaties na hem.’ De laatste delen van het boek beschrijven hoe Landschap Overijssel (zoals de organisatie nu heet) na de oorlog voortborduurt op de ideeën van Van Heek. Voorop staat dat de huidige topnatuurgebieden van Landschap Overijssel een levende erfenis vormen van de textielindustrie. Het mag dan ook zuur worden genoemd dat juist het landgoederenlandschap met de ‘textielbuitenplaatsen’ nu wordt bedreigd de eventuele aanleg van de Noordtak Betuweroute.

Manuela Hoepman

Luc Jehee en Mark van Veen, In het hart van het Overijsselse landschap. De erfenis van de textielindustrie. Gorredijk: Noordboek, 2022, 232 p., ill.