Boeken

Oldengaerde: allegaartje van een huis

Op 20 december 2013 droegen de gezusters Wilmien, Anna, Mariet en Hettie Willinge het ten zuidwesten van Dwingeloo gelegen Oldengaerde als schenking over aan  Het Drentse Landschap. De verantwoordelijkheid voor het huis, de overige gebouwen, de tuin, het park en de gronden kwam vanaf dat moment bij de laatste partij te liggen. Onder het credo ‘behoud door ontwikkeling’ werd een restauratie- én herbestemmingsproject gestart. De verandering eigenaar, het belang en de schoonheid van Oldengaerde, het genoemde project en het afleggen van verantwoording vormden
aanleidingen voor een uitgebreid boek.
Het huis staat vooral bekend om zijn prachtig geornamenteerde voorgevel met een jaartalsteen met het jaar 1717, het jaar van een grote verbouwing. Aan deze steen en dit jaar heeft men altijd veel gewicht toegekend. Te veel, zo bleek bij bouwhistorisch onderzoek in het kader van de voorgenomen restauratie. Tot dat moment werd de gevel in de Hollands classicistische stijl altijd gezien als een ‘voorzetgevel’. Eén in een in 1717 ouderwetse stijl. Met het dak verwijderd, de muren schoongebikt, vloeren uitgebroken en plafonds vrijgelegd kwam een ander verhaal naar voren. De bewuste gevel maakt onlosmakelijk deel uit van het voorhuis en dat voorhuis dateert op basis van dendrochronologisch onderzoek van rond 1650, zo’n 70 jaar eerder dan tot nu gedacht. Daarmee is niet langer sprake van een ‘ouderwets’ huis, maar van een (voor)huis gebouwd ten tijde van het hoogtepunt van het Hollands classicisme dat we zo goed kennen van de zeventiende-eeuwse Amsterdamse grachtenpanden. En dat in het ver van het Westen gelegen ‘onherbergzame’ Drenthe waar gebouwen van baksteen al een zeldzaamheid waren; ‘revolutionair voor Drenthe’, valt te lezen. Het boek omvat natuurlijk veel meer dan de bouwgeschiedenis alleen. Het is een boek dat thuishoort in de groeiende collectie van buitenplaats- en landgoedbiografieën. Zo’n uitgave verschijnt maar één keer. Normaalgesproken komt er geen aanleiding, geld en markt voor nóg eens een biografie van Oldengaerde. Alles moet en zal erin. De website van de uitgeverij sluit naadloos aan.
Hierop staan haar uitgaven in zes categorieën, alles met als eerste woorden ‘Alles over…’. En inderdaad alles wordt ook naar voren gebracht. Beginnend met een eerste hoofdstuk met het landschap van duizend jaar geleden, ontginningen en de stichting van kastelen. Via hoofdstukken met de opeenvolgende geslachten die Oldengaerde in eigendom hadden, onderbroken door één hoofdstuk met de bouwgeschiedenis en een ander betreffende de geschiedenis in hoofdlijnen van tuin en park. Tot het verhaal van de restauratie en herbestemming.
De meeste hoofdstukken kennen een eigen auteur en zijn niet separaat te lezen. Door hier en daar wat te lezen verdwaal je in de details. Want ‘alles over’ wordt soms letterlijk opgevolgd. Tot de grootouders van aangetrouwden of de kinderen van ooms en tantes.
Maar dit legt wel relaties en netwerken bloot, brengt politieke en economische macht en betekenis naar voren. Bij het lezen is de opbouw van het boek volgen noodzaak. ‘Alles over’ is soms taai, maar meestal niet saai. Allerlei wetenswaardige details komen langs. Over de Drentse Ridderschap, het kleine aantal families met alle macht, het gemak van het verleggen van het recht van havezate en de in oppervlakte verrassend kleine havezaten (tot de markenverdelingen). Of een briefcitaat (1933) als: ‘Daar gaan 2 koeien + hoeder, 1 autobus en een fietser voorbij. Wereldverkeer.’ Vandaag de dag zijn de woorden anders maar is de ervaring gelijkend.

Jan Holwerda