In het voorleesboek Billy in het park van de graaf van Graaf van de Kadt z’n Ellebogen maken we kennis met Billy. Het jongetje draagt een schaal boven zijn hoofd met daarop een vis die een straal water omhoogspuit. Samen vormen het jongetje, de vis en de schaal een fonteintje in de tuin van het landgoed dat honderdvijftig jaar geleden is aangelegd door Graaf van de Kadt z’n Ellebogen. Als de bewoners het grote huis verlaten hebben, besluit Billy op ontdekkingstocht te gaan en dan blijkt dat hij niet het enige standbeeld is dat tot leven kan komen.Billy maakt kennis met de andere tuinbeelden, waaronder Hercules, Diana, Hinde en Ceres, en komt erachter dat hij een tweelingbroertje heeft dat lang geleden door een bende geroofd is. Hij besluit naar hem op zoek te gaan. Maar om de wijde wereld in te kunnen, moet hij eerst groeien. Standbeeld Ceres legt hem uit wat daarbij komt kijken: ‘Om een grootmens te worden moet je ook van binnen groeien. […] Eten heb je nodig voor je lichaam. Maar je hebt ook kennis nodig voor je hoofd. En liefde voor je hart.’ ‘En anders?’, vraagt Billy. ‘Anders lijk je wel groot, maar blijf je toch een kleuter.’
Ceres neemt Billy onder haar hoede en leert hem alles wat hij nodig heeft: niet alleen de kleuren van de regenboog en het alfabet, maar ook dat dromen net zo belangrijk is als leren. Terwijl Billy’s wereld net als hijzelf langzaam groter wordt, doet het boek qua thematiek denken aan het bekende gedicht Dit is het land van Annie M.G. Schmidt, waarvan de eerste strofe luidt:
Dit is het land, waar grote mensen wonen.
Je hoeft er nog niet in: het is er boos.
Er zijn geen feeën meer, er zijn hormonen,
en altijd is er weer wat anders loos.
De tijd dat Billy een standbeeld was, staat voor de onbezorgde kindertijd en Billy komt erachter dat de buitenwereld – de grotemensenwereld – lang niet alleen maar leuk en spannend is. Hij twijfelt dan ook regelmatig aan zijn plannen: ‘Wilde hij wel de wijde wereld in? Een wereld waar je een achternaam moest hebben en waar je zomaar door de politie kon worden opgepakt. Waar kinderen woonden die niet genoeg te eten kregen, zodat ze appels moesten stelen?’ Ceres heeft hem bovendien uitgelegd dat hij niet meer terug kan, als hij eenmaal begint met groeien: hij kan geen zorgeloos standbeeld meer worden.
Ook zijn broertje legt de vinger op de zere plek, als Billy hem uiteindelijk vraagt om met hem mee te gaan en (op) te groeien: ‘Je weet niet meer hoe fijn het is om een beeld te zijn. Jullie mensen moeten altijd maar vooruit. Als iets goed is, waarom mag het dan niet eeuwig blijven duren?’ Kinderen moeten ‘naar school vlug vlug. En als ze eindelijk gewend zijn op school met een lieve juf, moeten ze weer naar een hogere groep. Of naar een hele grote school met een nog zwaardere boekentas. Waarom toch?’ Hetzelfde probleem ziet hij bij de ‘hoge heren en dames’. ‘Als ze even een wandelingetje maken na de lunch, praten ze over niets anders dan groei […] En wat nou als je helemaal niet wilt groeien?’
Even lijkt het alsof Billy een onomkeerbare fout gemaakt heeft, maar dan draagt zijn broertje de oplossing aan: ‘Belangrijkste is dat je in je leven nooit vergeet dat je ook klein bent geweest.’ En dan begint hij zacht te zingen: ‘Van groeien word je groter, het doet een beetje pijn. Dan moet je niet vergeten, soms weer een kind te zijn.’ Kunsthistorica en landschapsarchitect Anne Mieke Backer, bekend van onder meer het meermaals bekroonde boek Er stond een vrouw in de tuin, heeft met Billy in het park eerst en vooral een spannend en vermakelijk avonturenverhaal geschreven. Maar het boek, waarvoor Diana van der Jagt de prachtige illustraties verzorgde, bevat daarnaast – zonder dat dat storend wordt – allerlei weetjes, inzichten en levenslessen. De lezer leert over goden uit de mythologie, wie er zoal op een adellijk landgoed werkt en woont en over wat er allemaal komt kijken bij het onderhouden van een park – Billy is daar een heel seizoen druk mee. Het boek sluit aan bij de belevingswereld van kinderen: bij hun dromen, fantasie en hun zorgen, maar is ook voor volwassenen gevat en leerzaam. Billy in het park is kortom zowel leuk om te lezen als om voor te lezen; een aanrader voor onder de kerstboom.
Sophie Reinders
Anne Mieke Backer, Billy in het park van de graaf van de Kadt z’n Ellebogen. Rotterdam: De Hef Publishers, 2021, 120 p., ill.