Laat ik er maar meteen voor uitkomen. Zwitserland, en dan vooral het Wallis, heeft als goedburgerlijke idylle mijn absolute voorkeur. Tegenwoordig behoort enige liefde voor Helvetia zeker in ons land niet tot de goede toon. De Zwitsers houden immers, dit-on, niet van uitenstaanders, ze hebben een directe democratie en zijn bijna zonder uitzondering puissant welvarend. Foei.
In het verre verleden bracht onze familie gewoonlijk een zomermaand door in uiteindelijk een veelheid aan aardige chalets in verschillende lieflijke Walliser Alpendorpen. Toen we daar vanwege de financiën slechts nog maar eens in de twee jaar heen konden reizen, werd ik als kind behoorlijk mokkig, want ik wilde na thuiskomst altijd zo snel mogelijk weer terug naar die wonderlijke wereld. U begrijpt wellicht mijn persistente Alpenheimwee. De Zwitserse mode in de Europese bouwkunst en de tuinkunst is eigenlijk van relatief recente datum, jaren 1830 en later (behoudens de eerdere Zwitserse bruggetjes op bijvoorbeeld Elswout). Ze is, zeg maar, ons laatste exotisme, van ver na de voorliefde voor de chinoiserie en de turkerie. Zelf was Nederland in
de rest van Europa overigens ook een klein exotisme, gelijk opgaand met Zwitserland. Dat wordt nogal eens vergeten. De Holländerei of de Dutch scene is zeldzaam in buitenlandse tuinen, maar toch… Weinig bekend feit: in de late achttiende eeuw huurden de hertog en hertogin van Württemberg voor hun tuinencomplex in Hohenheim een achttal Hollanders in, gekleed in nationaal kostuum. Ter decoratie. Het is langer geleden ook al wel betoogd: Nederland en Zwitserland werden, alweer vooral in buitenlandse ogen, geacht veel gemeenschappelijk te hebben, waarbij het primaat van het Burgerdom en van de Republiek de voornaamste aspecten vormden. In het sublieme landschapspark van Hawkstone in Shropshire kon men in de achttiende eeuw zowel een Dutch als een Swiss scene bewonderen, en in het schilderachtige Schönbusch bij Aschaffenburg staan nog steeds een Schweitzerei en een Hollands huisje op kaasworp afstand van elkaar. Tot nu toe is bij ons te lande in het architectuur- en tuinenonderzoek weinig aandacht voor de inlandse Suisserie en haar connotaties. Toch staat de telling van het toponiem ‘Klein Zwitserland’ op, meen ik, 31 locaties. En dat is hoe dan ook heel veel voor zulk een relatief ongeaccidenteerde natie. De geografische aanduiding ‘Klein Zwitserland’ kom je tegen in bijna alle streken: in Zuid-Limburg (uiteraard, denk je dan), maar ook op de Veluwe, rond Haarlem en zelfs in de meest noordelijke, pannenkoekplatte, provincies. En ook vroegnegentiende-eeuwse wandelgidsauteurs als
Christemeyer en Nijhoff gebruiken vaak op flatteuze wijze de term ‘Zwitsersch’ voor de fraaiere landschappen in het Utrechtse of Nijmeegse. Een nol, een bult, een plotse verhevenheid volstaat reeds om enkele vierkante kilometers op te eisen als een
honorair Helvetia. Het aantal nog bestaande negentiende-eeuwse sierchalets moet vele tientallen bedragen, en het overgrote deel daarvan blijkt door Jan David Zocher of navolgers te zijn ontworpen. Soms komt dat ‘Zwitserse’ neer op enkele gezaagde sierrandjes aan de daken, maar meestal gaat het toch om redelijk correcte imitaties. Ik ken helaas maar één waarachtig voorbeeld van een nagemaakt Zwitsers landschap, maar dan wel op de verder aan chalets zo rijke Utrechtse Heuvelrug. In de bossen bij Austerlitz staat het Berghuis, een chalet uit de jaren 1830 en, inderdaad, van de hand van Zocher, gebouwd voor de bankier Stoop. Maar het is blijkbaar nooit iemand opgevallen dat de aflopende open weide vóór het Berghuis, zo gegroepeerd met nog een flink rotsblok of twee, murmelende bruine koeien en wat fraai geplaatste bomen, een heuse alpenwei imiteert. Een Alm. Je verwacht ieder moment de schim van de oude Stoop te zien, bedreven een alpenhoorn blazend. Tegenwoordig ga ik, na decennialange afwezigheid, stiekem weer vaker naar Grächen of naar Kandersteg. Of ik neem genoegen met de omgeving van Basel (het nabije magnifieke maçonnieke Arlesheim met zijn heuvelpark uit rond 1800 is zeker aan te raden). Ruim voldoende om je innerlijke Zwitser op te laden.
Wim Meulenkamp is auteur en voorzitter van De DonderbergGroep
Geschreven op 16 april, 2023